Op 13 en 14 december jl. deed ik mee aan een Communicatie Challenge. In een team van twee communicatieprofessionals en twee Business studenten van de hogeschool gingen we aan de slag met een communicatiecase. Thema: communicatie driven by data. Oftewel, hoe kan je als communicatiealfa al die bètadata beter integreren in je communicatieplannen? Ik kon vroeger al niet zo goed kiezen of ik nou een alfa of bèta was; ik had niet alleen Frans en Latijn in mijn pakket, maar ook Natuurkunde en Wiskunde B. Tijdens deze Challenge werd het nog een keer bevestigd: ik verzuip in data, maar vind het ook heerlijk om er logische verbindingen mee te maken. Ik zal dus wel een gamma zijn.
Direct na het kennismaken met de andere teamleden kwam ik al tot een confronterende ontdekking: ik ben nog zó 2017 gehecht aan papier… Ik was de enige die geen laptop had meegenomen. Stond er dan ergens dat je die mee moest nemen? Nee, maar wel ‘dingen die je denkt nodig te zullen hebben’. Ik had braaf pen en papier bij me. Voor het maken van aantekeningen. Maar we gingen met data aan de slag en tja, die staan online en die moet je dus ook online opzoeken. Natuurlijk!
Het fijne aan deze ontdekking was dan wel weer dat ik automatisch in een soort verbindende, coördinerende rol terechtkwam. Mijn teamleden doken in alle rapporten, statistieken en beleidsstukken om informatie boven tafel te krijgen. Ik schreef de relevante info op. Op papier. Ik zag discrepanties en overeenkomsten in de data en kreeg zo een helder beeld van wat belangrijke data waren en welke info nog ontbrak. Zo kon ik de anderen weer ‘aan het werk’ zetten om op zoek te gaan naar nieuwe data.
Ik had er serieus niet aan moeten denken dat ik zelf die rapporten had moeten scannen op relevante info. Dat is immers iets dat ik niet snel kan. Ik absorbeer namelijk data. Als ik begin met lezen, dan moet ik het ook tot het einde doornemen. Dat moet. Bijna dwangmatig. Want stel je voor dat er iets in staat wat ik anders over het hoofd had gezien? Ik heb bovendien een brede interesse. Daarom lees ik bijvoorbeeld geen kranten. Het blijft niet bij alleen koppen snellen, ik wil meestal het hele artikel lezen, puur uit interesse. Zo kan ik een halve dag doen over een krantje lezen. Reken maar uit hoe lang ik over een beleidsstuk van 100 pagina’s zou doen.
Deze Communicatie Challenge was voor mij een goede eyeopener. Ja, data is superbelangrijk voor een goede probleemanalyse en je kunt er tot betere communicatieoplossingen mee komen. Het analyseren van data gaat mij bovendien goed af. Maar in een uur tijd data doorspitten op relevantie laat ik liever aan anderen over. Aan echte data-analisten bijvoorbeeld of aan de Business studenten uit mijn team die door een website scrollen in een tempo waarmee ik ongeveer de kop en introtekst gelezen heb. Het was een mooi samenspel en dag twee gaven we als team een toffe presentatie van ons idee. We wisten door al die databomen toch een mooi communicatiebos te vinden!