Hoe een reclamebord een ‘must try’ uitwerking kan hebben
Afgelopen meivakantie was ik met mijn gezin twee weken in Calabrië, Italië. Ons appartement zat in een buitenwijk van het plaatsje Pizzo. Voor de boodschappen, om uit eten te gaan of als doorgaande route naar een ander dorp kwamen we telkens langs dezelfde weg. En telkens langs dezelfde reclameborden. Noem het beroepsdeformatie, maar ik zie deze. Altijd. En het werkt. Bij mij in ieder geval wel.
Geen idee of het klopt, maar ik denk nu dat het merk Fabrizio het enige mineraalwater is dat in deze regio geschonken wordt. Dat denk ik na zeker tien reclameborden op rij gezien te hebben van dit merk. Ook weet ik dat er een wellness centrum in de buurt is waar je kunt ontspannen. De dame op de foto ziet er in ieder geval heel relaxt uit. “Daar is die dame weer”, zegt inmiddels ook mijn zoon. Maar wat toch het meest blijft hangen, is ‘Tartufo di Pizzo’. Niet alleen omdat er een afbeelding van ijs op het reclamebord staat dat er heerlijk uit ziet, maar ook door de woorden ‘di Pizzo’, ‘originale’ en ‘di Enrico’. Ik stel me voor dat dit ijs alleen in Pizzo bereid wordt door een Italiaanse ijsmaker, Enrico, die de hele dag ambachtelijke tartufo’s aan het maken is. Die moet ik proeven!
Onder het mom van ‘de kinderen willen graag een ijsje’, gingen we daarom naar het centrale plein van het stadje waar allerlei ijszaken verzameld zijn. De een riep nog enthousiaster ‘bon giorno’ dan de ander om te zorgen dat we op zijn terras zouden plaatsnemen. Ik scande snel de namen van de ijszaken en kwam tot de ontdekking dat hier helemaal geen ‘Enrico’ was! Ik was werkelijk teleurgesteld, ook al was de tartufo van Antica Gelateria Belvedere die zei dat hij ‘de beste van Pizzo had’, heerlijk.
Onderweg terug naar het appartement keek ik nog eens goed naar het reclamebord en wat bleek, er stond ‘300 meter’ op vermeld met een pijl naar een klein straatje. Aha! Enrico zit op een afgelegen plek. Vandaar het reclamebord; het functioneert ook als bewegwijzering! De volgende keer dat we een ijsje wilden, gaf ik, heel nonchalant, aan dat ‘er hier rechts volgens mij een ijszaak zit’ en ‘lekker dichtbij, dan hoeven we het centrum niet in’. Na eerst te ver doorgereden te zijn, het was namelijk maar ‘na 50 meter rechts’, parkeerden we dan eindelijk voor de deur van Gelateria Enrico.
Het bleek een enorm grote ijszaak te zijn vlakbij een openbaar strand. In het voorseizoen was hier geen toerist te bekennen, maar in het hoogseizoen stoppen hier ongetwijfeld ‘spontaan’ allemaal bussen met toeristen. De uitstalling van souvenirs getuigden hiervan. De tartufo was echt lekker, we werden prima geholpen door een jongere variant dan de Enrico die ik in mijn hoofd had en we ontdekten ook nog eens een leuk strand. En toch had ik een kleine bijsmaak. Want ik was er ingetuind. Ik geloofde echt dat dit de beste ijszaak van Pizzo was. Later zag ik op Tripadvisor dat de ijszaak in het centrum een iets hogere beoordeling krijgt dan Enrico, dat maakte de bijsmaak nog wat sterker.
Mijn conclusie: reclameborden langs de weg werken. Ook in een klein dorpje in Italië. Als er maar de juiste doelgroep voorbijrijdt voor jouw merk. In dit geval heel helder: toeristen die zin hebben in ijs en die er zelfs, zoals ik, voor willen omrijden omdat het dé specialiteit van het dorp is. Of het nou 300 meter of maar 50 meter rijden is, dat kan signore Enrico nog wat beter op zijn reclamebord vermelden.